Ontwikkel Gelatine Zilverdruk
Dit is de alomgekende zwart-witfoto, die van de Eerste Wereldoorlog tot in de jaren 1960 het standaard type foto was. Maar je vindt ze al regelmatig terug vanaf ca. 1905 en er worden nog steeds analoge zwart-witafdrukken gemaakt.
Dit fotopapier bestaat uit drie lagen: een laag papier, bedekt met een barietlaagFotopapier met barietlaag kwam vanaf ca. 1880 op de markt. A..., waarop een lichtgevoelige zilverhoudende emulsielaag van gelatine is aangebracht.
Zie ook BarietlaagFotopapier met barietlaag kwam vanaf ca. 1880 op de markt. A... voor barietkleuren, chamois (bruin) was heel populair tot in de jaren 1950.
Het verschil met daglichtpapieren (DCZDaglichtCollodiumZilverdruk Fotopapier met een barietlaag, w... en DGZDaglichtGelatineZilverdruk Fotopapier met een barietlaag, wa...), die ook drie lagen hebben, is dat het beeld van een OGZ niet meteen verschijnt bij de belichting. Er is een ontwikkelstap nodig om het beeld zichtbaar te maken. Vandaar de naam.
Omdat de afdruk met behulp van kunstlicht wordt gemaakt (ipv met de zon, bij daglichtpapieren) kan je eender wanneer afdrukken maken, ook bij slecht weer en ’s avonds. Op de meer gevoelige versies van dit papier kan ook vergroot worden, een belangrijk voordeel.
De beeldkleur is in principe echt zwart, maar ze kunnen omgekleurd worden naar bruin, rood, groen, blauw,…
Een typisch verouderingskenmerk van oudere OGZ is zilvering, een zilverachtige blauwe glans in de zwarte delen van de foto.
Gaslichtpapier
Gaslichtpapier is de laaggevoelige versie van OGZ. Zo genoemd omdat ze in de huiskamer konden behandeld en ontwikkeld worden bij gaslicht.
Het bekendste laaggevoelige OGZ-papier is Velox. Het is uitgevonden door Leo Baekeland (van het bakeliet), overgekocht door Kodak en zo wereldberoemd geworden. Bij ons was Ridax van Gevaert heel populair. Maar elk merk had dat: van Lumière Lugda, van Leonar Lumarto, van Agfa Lupex. Ze werden tot in de jaren ’60 gebruikt, maar waren vooral populair tot ca. 1950.
Er kunnen alleen contactafdrukken op gemaakt worden. De afdruk is dus even groot als het negatief. Bij amateurfoto’s waren dat meestal heel kleine fotootjes. Typische afmetingen zijn ca. 4,5 x 6 cm en ca. 6 x 9 cm.
Bij zowel Velox, Ridax, Lupex en Lugda staat de naam vanaf de jaren ’30 normaal gezien op de achterzijde gedrukt, soms heel licht en amper zichtbaar. Ze zijn dus gemakkelijk te herkennen. De logo’s en typografie veranderden soms in de loop der jaren, wat een aanwijzing biedt bij datering.
Vergrotingspapier
Er is ook een middengevoelige en een hooggevoelige OGZ versie. Die worden vergrotingspapieren genoemd omdat ze zowel voor contactafdrukken als voor vergrotingen geschikt zijn. Je kan dus afdrukken maken die groter zijn dan het negatief, onmisbaar voor de opkomst van de kleinbeeldfilm met negatieven van 24 x 36 mm.
Vergrotingspapieren werden na de Tweede Wereldoorlog populair. Het huidige zwart-wit fotopapier is van dit type.
In het Engels is OGZ gekend als Silver Gelatin DOP.